Naar de Psychiater of de Biechtstoel?
De camera laat een studio met publiek zien en een podium met drie stoelen. De man in het midden draait zich naar de vrouw naast hem en aangemoedigd door de presentator, stottert hij: “Lieverd, ik moet je iets bekennen. Ik heb al jaren een relatie met je beste vriendin.” De camera zoomt in op de vrouw, die rood aanloopt en de man een klap in het gezicht geeft. De zaal joelt en de presentator stelt voor om de vriendin erbij te halen en te laten plaatsnemen op derde stoel. Het publiek schreeuwt nog harder. Het geniet met volle teugen van deze openbare schuldbekentenis.
Een bekend tafereel uit de televisie-shows van Jerry Springer. Het Amerikaanse programma liep niet zelden uit op een ordinaire knokpartij, waarbij de gasten elkaar letterlijk in de haren vlogen. Bodyguards moesten er aan te pas komen om de kemphanen uit elkaar te houden.
Was het gewelddadige karakter misschien typerend voor deze Amerikaanse show, het programma-idee om mensen in het openbaar over hun fouten te laten praten en ruzies bij te leggen werd ook in Nederland overgenomen. In programma ’s als ‘Het spijt me’ en het ‘Familiediner’ konden gasten oude ruzies uitpraten.
Het is interessant om te constateren dat er blijkbaar mensen zijn die er behoefte aan hebben om hun ziel en zaligheid in het openbaar bloot te leggen. Wat zou daar achter zitten? Een onbedwingbaar exhibitionisme? Een moderne vorm van zelfkastijding? Of een schreeuw om hulp die blijkbaar nergens anders meer gehoord wordt? Bewust of onbewust voelen mensen aan dat sommige dingen in hun leven niet goed zijn gegaan en zoeken wegen om dat hardop uit te spreken en als het even kan weer goed te maken.
Het meest recente voorbeeld daarvan is wellicht de onlangs overleden prins Bernhard, die postuum allerlei fouten uit zijn leven bekend heeft.
Dat mensen hun geweten willen zuiveren is niet nieuw. De klaagmuur in Jeruzalem is al eeuwen een plek waar gelovigen hun diepste gedachten bij God achter laten.De katholieke kerk kent daarvoor het sacrament van Boete en Verzoening, beter bekend als de biecht. Een sacrament dat halverwege de jaren zestig uit de actieve praktijk van de meeste gelovigen verdween. Er is inmiddels een hele generatie opgegroeid die nog nooit een biechtstoel van binnen heeft gezien.
Onder invloed van moderniseringen in de jaren zestig van de vorige eeuw raakte de biecht in onbruik, of zoals bisschop Frans Wiertz het omschrijft: “Ze werd op zolder gelegd.”
Hij heeft dit jaar (2005) voor de kerk in Limburg uitgeroepen tot jaar van Vergeving en Verzoening. Niet om iedereen op stel en sprong weer de biechtstoel in te sturen, maar wel om het belangrijke thema van verzoening weer op de agenda te zetten. “De kerk heeft zeven sacramenten. Die hebben alle zeven hun eigen waarde en het is niet goed om één daarvan op zolder te laten liggen. Het moet weer afgestoft worden.”
De bisschop beseft heel goed dat ‘de biecht’ een heikel onderwerp is. Voor veel ouderen is het verbonden met traumatische ervaringen uit hun jeugd, waarin ze een aantal keren per jaar verplicht hun ‘zonden’ moesten opbiechten. De gegroeide weerstand hiertegen is zeer begrijpelijk. Tegelijkertijd is met het verdwijnen van de gangbare biechtpraktijk ook een groot deel van het schuld- en zondebesef verdwenen. Tenminste, zo lijkt het. Het feit dat psychiaters zeggen dat hun wachtkamers voller werden naarmate méér biechtstoelen leeg liepen, geeft aan dat mensen blijkbaar toch behoefte hielden om met iemand over persoonlijke problemen te praten.
De neiging van mensen om in televisieprogramma’s hun fouten te belijden en als het ware een openbare biecht uit te spreken, is daar ook een voorbeeld van. Met dat verschil dat bij het ouderwetse biechtgesprek geheimhouding verzekerd was, terwijl een ‘schuldbekentenis’ in een televisieprogramma per definitie in het openbaar gebeurt. Maar blijkbaar is de nood – of is het onmacht – bij sommige mensen zo groot, dat ze ervoor kiezen om en plein public voor hun fouten uit te komen.
Het is goed denkbaar dat mensen die op deze manier hun hart gelucht hebben, zich na afloop opgelucht voelen omdat ze het verhaal kwijt zijn. Maar of ze er ook écht mee geholpen zijn, is de vraag. En zelfs de meest integere psychiater of psycholoog kan zijn vak nog zó goed verstaan, één ding kan hij nooit: vergeving schenken.
Het mooie van het sacrament van boete en verzoening is dat de priester, na een indringend gesprek over iemands diepste problemen, uit naam van de Allerhoogste vergeving mag schenken. De Kerk – die zo vaak als streng en onrechtvaardig wordt neergezet – zegt op zo’n moment namens Jezus: “Zand erover. Het is vergeven én vergeten. Je mag met een schone lei opnieuw beginnen.” Dat is andere koek dan de kijkcijfers van Jerry Springer.
Matheu Bemelmans, woordvoerder van Bisdom Roermond
in Dagblad De Limburger, 12 januari 2005