Is de Kerk gebaseerd op macht en onderdrukking?

De paus werd – toen hij nog Kardinaal Ratzinger heette – eens gevraagd om te reageren op de opmerking van sommigen, dat de Kerk een instituut zou zijn, dat gebaseerd was op macht en onderdrukking.
Hieronder zijn antwoord, geformuleerd in het boek “Zout der Aarde” (uitgeverij Ten Have, 2005, 2e druk, blz. 167-168):

Hier zou ik twee dingen op willen zeggen:

Ten eerste is het juist door onderdrukkende systemen duidelijk geworden dat de kerk, die zich niet tot een eenvormige wereldbeschouwing laat conformeren, die een tegenpool blijft en die bestaat als een wereldwijde gemeenschap, een kracht tegen de onderdrukking vormt.
De twintigste eeuw heeft op een, tot dusverre onbekende manier, zichtbaar gemaakt dat juist de gemeenschappelijke binding die de kerk vormt een tegenkracht vormt tegen alle wereldlijke, politieke en economische onderdrukkings- en eenvormigheidsmechanismen; ze geeft de mensen een plek voor vrijheid en stelt de onderdrukking, om het maar zo te zeggen, een laatste grens.
De martelaren hebben dat steeds weer exemplarisch voor de anderen doorstaan.
Dat de kerk een vrijheidselement is, blijkt net zo goed in Oost-Europa als in China, maar ook in Zuid-Amerika en in Afrika. Zij is juist daarom een vrijheidselement, omdat zij een gemeenschappelijke verschijningsvorm heeft die ook een gemeenschappelijke relatie impliceert.
Als ik van daaruit optreedt tegen de dictatuur, dan doe ik dat niet alleen op persoonlijke titel, maar vanuit een innerlijke kracht die boven mijn eigen ik en boven mijn subjectiviteit uitstijgt.

En ten tweede: Er bestaat een ideologie die in principe alles wat bestaat, terugvoert op machtsverhoudingen.
En deze ideologie corrumpeert de mensheid en vernietigt ook de kerk. Ik geef een heel concreet voorbeeld: Als ik de kerk uitsluitend vanuit het gezichtspunt van de macht bekijk, dan is natuurlijk iedereen die geen ambt bekleedt een onderdrukte.
En dan wordt bijvoorbeeld de kwestie van de vrouwenwijding als machtsvraag een dwingende kwestie, want iedereen moet toch macht kunnen hebben? Ik denk dat deze ideologie van de argwaan, waarbij het in principe overal en altijd slechts om macht draait, niet alleen de samenhang in de kerk vernietigt, maar uberhaupt die in het menselijke leven.
Dit wekt ook een volledig verkeerde indruk, alsof macht in de kerk een einddoel zou zijn. Alsof macht de enige categorie zou zijn om de wereld en zijn gemeenschap te verklaren. We zijn toch niet in de kerk om daar als een vereniging macht uit te oefenen? Als het lidmaatschap van een kerk uberhaupt zin heeft, dan toch alleen omdat zij ons het eeuwige leven en dus überhaupt het juiste, het ware leven geeft.
Al het andere is van ondergeschikt belang. Als dat niet zo is, is ook iedere ‘macht’ in de dan tot een vereniging afzakkende kerk slechts absurd toneel. Ik denk dat we weer uit deze machtsideologie en deze reductie, die nog afkomstig is uit de marxistische argwaan, zouden moeten komen.