Kunnen de paus en bisschoppen ons voorschrijven wat wij moet geloven?
Binnen de RK Kerk berust het recht en de plicht van paus en bisschoppen in eenheid met hem om leiding te geven op het gezag van de Heilige Schrift:
“Simon Petrus antwoordde: ‘Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God.’ Jezus hernam: ‘Zalig zijt gij Simon, zoon van Jona, want niet vlees en bloed hebben u dit geopenbaard maar mijn Vader die in de hemel is. Op mijn beurt zeg ik u: Gij zijt Petrus; en op deze steenrots zal Ik mijn Kerk bouwen en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen. Ik zal u de sleutels geven van het Rijk der hemelen en wat gij zult binden op aarde, zal ook in de hemel gebonden zijn en wat gij zult ontbinden op aarde, zal ook in de hemel ontbonden zijn” (Mt. 16, 16-19).
“Na het ontbijt zei Jezus tot Simon Petrus: ‘Simon, zoon van Johannes, hebt ge Mij meer lief dan dezen?’ Hij antwoordde: ‘Ja Heer, Gij weet, dat ik U bemin.’ Jezus zei hem: ‘Weid mijn lammeren.’ Nog een tweede maal zei Hij tot hem: ‘Simon, zoon van Johannes, hebt ge Mij lief?’, waarop deze antwoordde: ‘Ja Heer, Gij weet dat ik U bemin.’ Jezus hernam: ‘Hoed mijn schapen.’ Voor de derde maal vroeg Hij: ‘Simon, zoon van Johannes, hebt ge Mij lief?’ Nu werd Petrus bedroefd, omdat Hij hem voor de derde maal vroeg: ‘Hebt ge Mij lief?’ en hij zeide Hem: ‘Heer, Gij weet alles: Gij weet dat ik U liefheb.’ Daarna zei Jezus hem: ‘Weid mijn schapen.’ “
(Joh. 21, 15-17)
De drievoudige vraag van Jezus zinspeelt op de drievoudige verloochening van Petrus. Met het drievoudige bevel om zijn lammeren en schapen te weiden, stelt Jezus Petrus als herder over zijn kudde aan en vertrouwt Petrus daarmee het primaatschap toe over zijn Kerk.